Biografie

Pieter van Oossanen is een Nederlandse wetenschapper, scheepsarchitect en auteur. Hij was van 1969 tot 1991 hoofdwetenschapper bij het Maritime Research Institute Netherlands (MARIN). Zijn onderzoek naar zeiljachten, tussen 1976 en 1982, leidde tot het ontwerp van de “Australia II” die in 1983 de America’s Cup won – de eerste keer dat de VS verloor van een uitdagend land sinds 1851. In 1992 richtte Pieter de eerste van de Van Oossanen Groep-bedrijven op die actief zijn op het gebied van jacht- en scheepsontwerp. Hij was auteur van de definitieve tekst over de weerstand en voortstuwing van schepen in 1988. Zijn werk op het gebied van de hydrodynamica van schepen leverde hem diverse onderscheidingen en medailles op. Na zijn pensionering in 2013 schreef hij vijf boeken onder de titel “The Science of Sailing”. In 2020 is hij begonnen met het schrijven van romans.

Jeugd en opleiding

Pieter (in het Engels Peter) werd geboren in Haarlem, Nederland, als zoon van Pieter van Oossanen, werkzaam in de scheepsbouw, en Adriana Johanna Bakker. Hij is de oudste van drie kinderen en heeft een jongere zus, Hermina Grada (Hetty), en een jongere broer, Robert Alexander (Rob). Het gezin emigreerde naar Australië in juni 1951, als gevolg van een gebrek aan werk en goede huisvesting in Nederland in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Het gezin werd tijdelijk ondergebracht in Bathurst in New South Wales terwijl de vader werk en een woning zocht. Dit leidde hen naar locaties in Sydney, zoals Dee Why, Narrabeen, en uiteindelijk Mosman, aan Sydneys North Shore. Pieter ging van 1952 tot 1958 naar Mosman High School, waar hij op vijftienjarige leeftijd zijn Intermediate Certificate haalde. Zijn vader wilde toen dat hij school zou verlaten en een salaris ging verdienen, maar zijn moeder nam het voor hem op zodat hij naar Balgowlah High School kon gaan om het Leaving Certificate te halen. Daarmee kon hij, desgewenst, naar de universiteit. Op Balgowlah blonk hij academisch uit en haalde hij de hoogste cijfers voor natuurkunde en wiskunde. Hij blonk daar ook uit in atletiek en brak schoolrecords op de 880 yards en de mijl. Pieter vertegenwoordigde de school in staatskampioenschappen op deze afstanden. Toen hij op zeventienjarige leeftijd zijn Leaving Certificate behaalde, wilde hij luchtvaarttechniek gaan studeren aan de Universiteit van New South Wales. Zijn vader was echter vastbesloten dat hij een salaris moest gaan verdienen en Pieter werd gedwongen in deeltijd te studeren. In plaats van luchtvaarttechniek schreef hij zich in voor een studie scheepsarchitectuur vanwege zijn affiniteit met zeilvaartuigen en zeilen, die in 8 jaar tot een B.Sc.-diploma zou hebben geleid. Tijdens zijn derde jaar aan de universiteit, toen hij twintig was, besloot hij het ouderlijk huis te verlaten en terug te keren naar Nederland om voltijds scheepsbouwkunde te studeren aan de Technische Universiteit Delft. Een paar dagen later maakten zijn ouders bekend dat ook zij hadden besloten naar Nederland terug te keren. In december 1963 keerden zij als gezin terug. Pieter schreef zich in september 1964 in aan de Technische Universiteit Delft.

Vroege carrière

Toen Pieter in 1969 aan zijn doctoraalscriptie begon, werd hij door de directeur van het Maritime Research Institute Netherlands (MARIN), die ook hoogleraar aan de Universiteit Delft was, uitgenodigd bij hem te komen werken. Pieter verhuisde in maart van dat jaar naar Wageningen. Bij het MARIN raakte hij betrokken bij de hydrodynamica van schepen. Hij behaalde zijn M.Sc. in januari 1970, en een Ph.D. in 1974, ook aan de Technische Universiteit Delft. Voor zijn proefschrift ontwikkelde hij de eerste analytische procedure voor de berekening van het optreden en de omvang van cavitatie op draagvleugels en scheepsschroeven. Hij publiceerde vaak en bezocht vergaderingen en symposia over de gehele wereld. Hij werd lid van verschillende internationale comités en werkgroepen en werkte in de voorste gelederen van de ontwikkelingen op het gebied van scheepsvoortstuwing en cavitatie. Hij ontving de Royal Institution of Naval Architect’s Small Craft Medal in 1981 in Londen, Engeland, de Tideman Medal uitgereikt door de Koninklijke Marine in 1983 in Amsterdam, en de Royal Institution of Naval Architect’s Maritime Innovation Award 2015, in Londen, Engeland, voor de resultaten van zijn onderzoek.[1]

De America’s Cup 1983

In 1976 begon Pieter aan een onderzoeksproject gericht op de ontwikkeling van een rekenmethode om de gedetailleerde prestaties van zeiljachten te bepalen. Hij deed dit in zijn eigen tijd. Dit werd voltooid in 1979 en de ontwikkelde methodologie, de eerste in zijn soort, maakte het mogelijk prestatieverbeteringen te ontdekken voor de toen gebruikte jachten van de 12-meterklasse die voor de America’s Cup werden gebruikt. De belangrijkste daarvan bestond uit het aannemen van een lengte op de waterlijn die korter was dan die van eerdere jachten, indien het lood in de kiel laag genoeg kon worden geplaatst. Door die kortere lengte kon het jacht een groter zeiloppervlak bezitten. Pieter benaderde Alan Bond in Australië over zijn resultaten en Bond verzocht hem naar Sydney te reizen om hem en Ben Lexcen, de aangewezen ontwerper van zijn America’s Cup-jachten, de filosofie uit te leggen van wat de methode aangaf. Dit leidde uiteindelijk in januari 1981 tot het huren van de sleeptank in Wageningen door Bond en de betrokkenheid van Pieter voor het ontwerpen en testen van modellen ontwikkeld volgens deze filosofie. Om een voldoende laag zwaartepunt van het lood in de kiel te verkrijgen, huurde Pieter de diensten in van het Netherlands Aerospace Centre NLR voor het berekenen van de verdiensten van enkele radicale kielvormen. Dit leidde tot de bevinding dat een “omgekeerde” versie van de kiel van het toen aangenomen type zou volstaan. Pieter werkte samen met Joop Slooff van het NLR bij de ontwikkeling van deze kiel, die zgn. winglets kreeg om de sterke circulatie van de hogedrukzijde naar de lagedrukzijde, aan de onderkant, te verminderen. Het jacht dat werd gebouwd volgens het werk dat Pieter deed heette “Australia II”, en het won de America’s Cup. Het was de eerste keer dat de VS verloor van een uitdagend land, sinds de eerste editie in 1851.

De betrokkenheid van Pieter bij de ontwikkeling van de “Australia II” was het onderwerp van een belangrijke controverse tussen de New York Yacht Club en het Australische team, waarover verschillende boeken zijn geschreven.[2], [3], [4], [5], [6], [7]

Tussen 1983 en 1987 werkte Pieter voor verschillende syndicaten die zowel Australië als uitdagende landen vertegenwoordigden voor de America’s Cup, die in 1987 voor de kust van Fremantle in Australië werd gehouden.

Pieter werd uitgenodigd om de ontwerpinspanningen te leiden namens de noodlottige Royal Sydney Yacht Squadron-uitdaging voor de America’s Cup in 1992, waarvoor hij het MARIN in december 1990 verliet. Hij verwierf het Australische staatsburgerschap om deze positie te kunnen bekleden.

Oprichter van de Van Oossanen Groep

In 1992 richtte Pieter, in plaats van terug te keren naar het MARIN, zijn eigen scheeps- en jachtontwerpbedrijf op, genaamd Van Oossanen & Associates. De vraag naar zijn diensten groeide gestaag en het bedrijf ontwierp vele schepen en jachten en was als consultant betrokken bij diverse hydrodynamische en scheepsarchitectonische vraagstukken. Toen Pieter in januari 2013 met pensioen ging, was het bedrijf uitgegroeid tot zo’n 30 scheepsarchitecten, hydrodynamici en ingenieurs. Het is daarmee een van de grootste bedrijven op het gebied van het scheeps- en jachtontwerp in Nederland. In die periode is ook een aantal gelieerde bedrijven opgericht voor specifieke doeleinden, zoals Van Oossanen Naval Architects b.v., Van Oossanen Fluid Dynamics b.v., Excellent Naval Architects b.v. en Hull Vane b.v. Samen vormen zij de Van Oossanen Groep.

Octrooien

Een aantal van de uitvindingen die Pieter heeft ontwikkeld, zijn beschermd door octrooien. Vier daarvan hebben betrekking op het ontwerp van de Hull Vane© (zie hieronder). Een andere heeft betrekking op het concept dat bekendstaat als “foil assist”, en nog een andere op een uniek type roer voor schepen die in ondiep water varen.[8]

Hull Vane©

Pieter had een bijzondere belangstelling voor het terugwinnen van een deel van de energie die de romp van een schip of jacht verbruikt om zich door het water voort te bewegen. Die energie komt tot uiting in de aard van de stroming bij de achtersteven. Sinds 1992 heeft hij onderzoek gedaan naar manieren en middelen om iets van die energie terug te winnen. In 1996 slaagde hij erin te bepalen hoe dat kon worden gedaan, toen hij het effect testte van verschillende draagvleugels, horizontaal georiënteerd achter en onder de romp, en in bepaalde gevallen een vermindering van de weerstand van de romp tot 30% constateerde. Verder onderzoek wees uit waar en hoe zo’n draagvleugel moest worden geplaatst en georiënteerd. Dit leidde tot het concept van de “Hull Vane©” en de oprichting van Hull Vane b.v. voor de marketing, verkoop, fabricage en montage van de draagvleugel op het achterschip van verschillende soorten schepen. Meer dan 40 schepen en jachten zijn inmiddels uitgerust met deze vinding (per december 2020). Er zijn vier octrooien verleend die betrekking hebben op de bijzonderheden van de Hull Vane©. Elk van deze octrooien is in verschillende landen gevalideerd.[8]

Gepubliceerde artikelen en boeken

Pieter heeft meer dan honderd wetenschappelijke artikelen gepubliceerd over diverse onderwerpen. Sommige daarvan zijn definitief van aard en worden vaak door anderen die op het betreffende gebied werkzaam zijn, aangehaald. Deze papers zijn verzameld en gratis beschikbaar gesteld voor het grote publiek via: www.vanoossanenacademy.nl.

In 1988 schreef Pieter het tweede deel van een driedelig boek over de grondbeginselen van de scheepsarchitectuur, gepubliceerd door de Society of Naval Architects and Marine Engineers (SNAME). Dit tweede deel behandelt de weerstand, voortstuwing en trillingen van schepen. Dit boek is een standaardtekst over dit onderwerp geworden:

“Principles of Naval Architecture”,Second Revision, Volume II,”Resistance, Propulsion and Vibration”,edited by Edward V. Lewis, The Society of Naval Architects and Marine Engineers, Alexandria, VA, USA, 1988; ISBN No. 978-0-939773-01-5, Library of Congress Catalog Card No. 88-60829.

Na zijn pensionering in januari 2013 is Pieter begonnen met het schrijven van een serie boeken onder de titel “The Science of Sailing”. Dit is een meerdelige gids over de fysica van het zeilen en de scheepsarchitectuur die de prestaties van zeiljachten bepaalt. De delen 1, 2, 3 en 4 zijn voltooid en zijn verkrijgbaar via: www.vanoossanenacademy.nl.

“The Science of Sailing” Part 1, “The Attainable Speed Under Sail”, Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2018; ISBN No. 978-90-827682-0-6.

“The Science of Sailing” Part 2, “The Origin and Nature of Fluid-Dynamic Lift and Drag”, Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2018; ISBN No. 978-90-827682-1-3.

“The Science of Sailing” Part 3, “Phenomena and Drag Originating From the Boundary Layer”, Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2018; ISBN No. 978-90-827682-2-0.

“The Science of Sailing” Part 4, “Phenomena and Drag Originating from the Air-Water Interface”, Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2019; ISBN No. 978-90-827682-3-7.

“The Science of Sailing” Part 5, “Sailing Fundamentals, Foils and Foil Sections, Hull Forms, and Australia II”, Drukkerij AMV, Lunteren, 2023; ISBN No. 978-90-827682-6-8.

Nadat hij verliefd was geworden op de kunst van het schrijven, testte Pieter zijn schrijfvaardigheden door in 2020 een sciencefictionroman te schrijven. Dat heeft geleid tot een late carrièreswitch en nog eens drie romans, waarvoor hij een thuis zoekt bij een uitgever. Details over deze romans vindt u elders op deze site.

Persoonlijk leven

In juni 1969 trouwde Pieter met Dina Hendrika (Dini) Kersten. Zij woonden in Veenendaal, en daarna tot 1975 in Elst (in de provincie Utrecht). Sindsdien wonen ze in Wageningen, Nederland. Zij hebben twee kinderen. Hun dochter Elizabeth Adriana (Lilian) werd geboren in juni 1970 en hun zoon Pieter Gerrit (Perry) in juli 1977. Toen Pieter met pensioen ging, werd Perry samen met Niels Moerke CEO van de Van Oossanen Groep.

Verwijzingen

  1. Dan Spurr, The Hydrodynamicist, Professional BoatBuilder magazine, No. 121, 2009.
  2. Michael Levitt & Barbara Lloyd, Upset: Australia Wins the America’s Cup, Nautical Quarterly, Inc., ISBN 0-89480-674-2, 1983.
  3. Tony Fairchild, The America’s Cup Challenge: There is No Second, Nautical Books, London, ISBN 0-333-32527-3, 1983.
  4. Doug Riggs, Keelhauled: The History of Unsportsmanlike Conduct and the America’s Cup, Seven Seas Press, Inc., 1986.
  5. Bob Fisher, An Absorbing Interest: The America’s Cup – A History 1851-2003, John Wiley & Sons Ltd., ISBN-13: 978-0-470-51612-6, 2007.
  6. Alan Sefton & Larry Keating, Exposed: The Dark Side of the America’s Cup, Adlard Coles Nautical, London, ISBN-13: 978-1-4729-4289-0, 2017.
  7. Joop Slooff, Australia II and the America’s Cup. The untold, Inside Story of The Keel, Published by the author, ISBN-13: 9781530590230, 2016.
  8. Patent 1545968 (Spain, Romania), 7617793 (USA), 2029420 (Switzerland, Germany, Denmark, Finland, France, United Kingdom, Greece, Italy, Malta, The Netherlands, Turkey), 10-1644506 (South Korea), I339633 (Taiwan), 9862458 (USA), 3169580 (Turkey), 11201700247Q (Singapore), 2678733 (Russia), 3169580 (Romania, The Netherlands, Italy, Greece, United Kingdom, France, Finland, Spain, Germany), 6650448 (Japan), 2017314715 (Australia), 17762230,5 (Belgium, Germany, Denmark, Spain, Finland, France, United Kingdom, Italy, The Netherlands, Portugal, Turkey, Greece, Monaco, Norway), 2019-511543 (Japan), 16/327191 (USA), 11201901487W (Singapore).

Geboren

Pieter van Oossanen
Haarlem,
Nederland

Nationaliteit

Nederlands en Australisch

Beroep

Wetenschapper
Scheepsarchitect
Auteur

Alma Mater

Technische Universiteit Delft